Los van de Amerikaanse infrastructuur, heeft dit land alles wat ons een goed gevoel geeft. De Puerto Ricaan is een trots volk dat houdt van muziek, familie, kunst en het van leven. Caribbean culture met een Amerikaans sausje. Native American (Taino), Afrikaans, Europeaans en een kleine groep van diverse afkomst. Langs de kust en in de grote steden is alles verkrijgbaar en hier wonen de rijken van het land. Zij rijden grote pick-up trucks en dragen merkkleding en varen grote motorboten. Niet ver het binnenland in, of in de buitenwijken van de steden, (waar de meeste huizen eenvoudig zijn en golfplaten daken hebben) is het leven eenvoudiger, maar is prachtige natuur. Hier lopen kippen en honden op straat, ligt men onder de veranda in een hangmat, en knutselt men aan oude auto’s. Iedereen is even relaxed, vriendelijk en behulpzaam. De moedertaal is Spaans, maar de meeste Puerto Ricanen spreken ook Engels. Behalve dan in Ponce… De cruising guide waardeerde de ankerbaai als enige als een ‘Excellent, don’t miss!’ en omschreef de lokale yachtclub als erg behulpzaam en vriendelijk. NOT. De ankerbaai grenst aan een containerterminal (overigens al jaren niet meer in gebruik, ondanks dat het allemaal vrij nieuw is) en het is zeker 40 minuten lopen naar de stad. Wanneer we onze dingy willen parkeren, wordt ons duidelijk gemaakt, dat we hier alleen mogen komen als we 10 dollar pppd betalen, voor een tijdelijk lidmaatschap, het is immers een private club. We bedanken vriendelijk en willen via de poort het terrein verlaten, maar helaas, dat mag alleen als we een pas hebben en die krijgen je alleen als we lid worden. We leggen uit dat we alleen van het terrein af willen en geen gebruik maken van de marine faciliteiten, maar dat kunnen ze echt niet toelaten. We laten een huurauto buiten de poort afzetten en vertrekken naar het dry forrest ten zuidwesten van Puerto Rico. Volgens de Lonely Planet, echt iets bijzonders. Zeker gezien het feit dat het regenwoud van El Younque hier maar 2 uur rijden vandaan is. Nou, droog was het bos zeker, maar echt bijzonder niet. En omdat het windstil was ook nog eens erg warm. Bloedheet zelfs, dus de wandeling van 45 minuten hebben we niet afgemaakt, het leek niet echt verantwoord.
Die middag rijden we (in de airco) 2,5 uur door het bergachtige binnenland en genieten volop. Het is overweldigend groen en de huisjes langs de bergweggetjes zijn eenvoudig, klein en fleurig geverfd. Het valt op dat ook hier – net als in het Carieb – de huizen vaak beveiligd zijn met hekwerken en tralies voor de ramen. Eenmaal in Ponce lopen we nog even de binnenstad, maar dat is echt niet de moeite. Er staan wat historische gebouwen en de oude brandweerkazerne is bijzonder (ik herinner me de scene in de Wizard of Oz), maar voor de rest is het echt vergane glorie. Sfeer is er (momenteel) niet en veel winkelpanden staan er leeg en vervallen bij. Zeker niet als we het vergelijken met het levendige San Juan. We bezoeken een van de vele shopping malls en laden de huurauto, tot aan de nok vol met boodschappen. Nog veel voordeliger dan op St. Maarten. We slaan veel drinkwater, sapjes, blikvoer, mueslirepen, bolletje Goudse kaas, lang houdbaar brood en chips in voor de overtocht. Verder vers fruit, groenten en vleeswaren voor de eerste week, voor de overtocht naar Europa. Er wordt nog wat merkkleding gekocht in de outlet voor een prikkie, wat speelgoed als verrassing tijdens de oversteek en zo is iedereen weer blij. Omdat we ons ‘campinggas’ niet gevuld kregen, kopen we een nieuwe US gasfles met koppelstuk voor 50 USD en Thijs weet deze succesvol aan te koppelen.
We hebben mooie ankerstops gemaakt aan de zuidkust, zoals Puerto Patillas, Punta Salinas, Isla Caja de Muertos en La Parguera, waar we bijna vast kwamen te liggen op het ondiepe zand/gras bij de mangrove. Ontzettend leuk hoe Puerto Ricanen hier met familie en vrienden weekend vieren. Zittend in het water met een strandstoel, muziek en een drankje in de hand. We volgen het weer de laatste dagen op de voet. Dagelijks ontvangen we via de SSB twee weerkaartjes. De eerste is een groot overzicht van de Noord-Atlantic en die gebruiken we om een mooi weergat te vinden, dat ons naar Bermuda en daarna naar de Azoren kan brengen. Helaas hangt er momenteel een lagedrukgebied boven de Azoren, daar waar we normaal een hoog verwachtten. En er ligt een laag boven Bermuda met veel wind. Dit zorgt ervoor dat de sprong naar Azoren nog niet gemaakt kan worden. Van dag tot dag analyseren we de wisselende gribfiles, en elke dag komt er een ander plan uit. We vertrekken naar Boqueron aan de westkust, waar we de Windeagle weer ontmoeten. Er is een muziekfeest gaande, wat tot in de late uurtjes doorgaat. Ook is er veel watersport in de baai, de jetski’s worden aan de lopende band op de bon geslingerd. Ik ben er niet helemaal gerust op, wanneer de kinderen tussen onze boten op de surfplank spelen. Snel naar de wal is het devies. Er moet nog water en diesel getankt worden en dat doen we in de nieuwe marina Puerto Real. Het staat nog niet in de pilot, maar blijkt een aangename verrassing. De baai is ruim en ligt veilig van swell. We mogen na het tanken langzij blijven liggen – het is toch niet druk – en mogen gratis water tanken, gebruik maken van de wasmachine voor 1 dollar en de kids doen school in de gezellige buitenbar. Fernando van de marina brengt ons die avond nog even naar de supermarkt voor 10 dollar, zodat we onze laatste boodschappen nog aan boord brengen. Hij wacht rustig, zet alles in de auto, brengt ons naar de boot met een glimlach.
Recent Comments